Kleurenblindheid

American Football is een snelle en tactische sport waarin spelers razendsnel beslissingen moeten nemen. Helmen, tenuekleuren, vlaggen en handsignalen helpen om orde in de chaos te scheppen. Maar wat als een speler kleurenblind is? Kleurenblindheid – ook wel daltonisme genoemd – betekent dat iemand bepaalde kleuren niet goed kan onderscheiden. Dit komt veel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen; ongeveer 1 op de 12 mannen (en 1 op de 200 vrouwen) heeft een vorm van kleurenzichtsstoornis. Met andere woorden: statistisch gezien heeft vrijwel elk mannenteam wel één kleurenblinde speler in de gelederen. Toch blijft het vaak een “onzichtbare” beperking: veel atleten beseffen het zelf niet of houden het geheim uit angst anders behandeld te worden. In dit artikel bespreken we wat kleurenblindheid inhoudt, hoe het de beleving en het spel van een American Football-speler kan beïnvloeden, en – belangrijker nog – hoe coaches hiermee om kunnen gaan in trainingen en wedstrijden.

Wat is kleurenblindheid?

Kleurenblindheid is het onvermogen om één of meerdere kleuren normaal waar te nemen. In een gezond oog zorgen drie typen kegeltjes in het netvlies ervoor dat we rood, groen en blauw kunnen zien. Bij kleurenblinden functioneert één type kegeltje niet of minder goed. Men onderscheidt vooral de volgende vormen:

  • Deuteranopie (groenblindheid): totale ongevoeligheid voor groen. Hierbij ontbreken de “groene” kegeltjes (M-kegels) in het oog, waardoor rood-groentinten slecht worden onderscheiden. Deuteranopie (of de milde variant deuteranomalie) is de meest voorkomende vorm van kleurenblindheid. Mensen met deze aandoening zien groen en rood vaak als gelijke, bruine of grijze tinten.
  • Protanopie (roodblindheid): totale ongevoeligheid voor rood. Hierbij werken de “rode” kegeltjes (L-kegels) niet. Rood en groen lijken hierdoor dof of moeilijk uit elkaar te houden, vaak met roodtinten die voor de persoon bijna verdwijnen of erg donker ogen.
  • Tritanopie (blauw-geelblindheid): totale ongevoeligheid voor blauw. Deze vorm is zeldzaam en houdt in dat de “blauwe” kegeltjes (S-kegels) ontbreken. Personen met tritanopie hebben moeite met het onderscheiden van blauw en geel (soms zien ze deze als groentinten).

N.B.: De meeste kleurenblinde mensen zien nog wel kleuren, maar op afwijkende wijze. Slechts een klein deel is “compleet” kleurenblind (achromatopsie) en ziet de wereld in grijstinten. In dit artikel richten we ons op de veel voorkomende gedeeltelijke kleurenblindheid (kleurenzwakte).

Invloed op het spel

Een kleurenblinde American Football-speler kan tegen diverse praktische problemen aanlopen die teamgenoten zonder kleurenblindheid niet ervaren. Hieronder bespreken we enkele belangrijke aspecten:

Herkennen van teamgenoten en tegenstanders

Het onderscheid maken tussen het eigen team en de opponent is cruciaal op het veld. Kleurenblinde spelers kunnen moeite hebben met vergelijkbare tenuekleuren. Zo kunnen rood en groen (of andere probleemcombinaties) voor hen vrijwel identiek lijken, zeker op afstand of in het heetst van de strijd. Bijvoorbeeld, tijdens een beroemde NFL “Color Rush” wedstrijd droegen beide teams (Buffalo Bills en New York Jets) resp. geheel rood en geheel groen. Voor kleurenblinden leek het alsof alle 22 spelers in het veld eenzelfde kleur droegen – een absolute nachtmerrie om het eigen team te herkennen. Voormalig voetballer Matt Holland (die zelf kleurenblind is) beschreef dat hij in een wedstrijd met rode tenues tegen een ploeg in donkergroen uitsluitend aan de sokken kon zien wie bij welk team hoorde. Dit illustreert hoe verwarrend een verkeerde kleurencombinatie kan zijn. In American Football proberen leagues tenue-conflicten te voorkomen (meestal draagt één team wit, de ander een kleur). Toch kunnen vergelijkbare tinten of onvoldoende contrast (bijvoorbeeld donkerrode jersey vs. bruine/zwart getinte jersey van de tegenstander) voor verwarring zorgen.

Vlaggen op het veld

Officials gebruiken gekleurde vlaggen om het spel te markeren. De penaltyvlag is felgeel en de challenge-vlag van coaches is rood. Beide kunnen problematisch zijn. Rood en groen zijn voor de meeste kleurenblinden de lastigste combinatie – een felrode vlag op een groen grasveld kan letterlijk “onzichtbaar” worden als iemand rood-groen kleurenblind is. Geel steekt doorgaans beter af, maar spelers met een blauw-geelstoornis (tritanopie) zullen juist moeite hebben met het zien van de gele vlag. In de praktijk betekent dit dat een kleurenblinde speler een geworpen vlag mogelijk niet direct waarneemt. Hij of zij moet dan vertrouwen op de official’s signalen (zoals het fluitsignaal) of verbale waarschuwingen van teamgenoten. Coaches doen er goed aan om dit bewust te communiceren – bijvoorbeeld door aan te leren dat spelers roepen “Flag!” (vlag) wanneer een vlag gegooid is, zodat iedereen het zeker weet, ongeacht kleurenzicht.

Playbooks, diagrammen en tactische aanwijzingen

American Football staat bekend om zijn uitgebreide playbooks en schema’s, vaak vol kleurcodes. Coaches markeren bijvoorbeeld routes of verantwoordelijkheden in verschillende kleuren op papier of whiteboards. Voor een kleurenblinde speler kunnen zulke diagrammen echter verwarrend zijn als belangrijke informatie alleen via kleur wordt overgebracht. Een route in rode inkt versus een route in groene inkt ziet er voor iemand met protanopie/deuteranopie vrijwel hetzelfde uit. Ook gebruiken teams soms gekleurde armbandjes of vesten in de training om bijvoorbeeld first-team en second-team spelers te onderscheiden. Als deze kleuren verkeerd gekozen zijn (bv. rood vs. groen, of blauw vs. paars), ziet de kleurenblinde speler mogelijk geen verschil. Daarnaast geven coaches en quarterbacks signalen – zowel met handgebaren als visuele borden langs de zijlijn – die soms op kleur gebaseerd zijn. Denk aan een coach die verschillende gekleurde kaarten omhooghoudt om plays door te geven. Een speler met kleurenzwakte zou hier verkeerde informatie uit kunnen oppikken als er geen alternatieve herkenning (zoals vorm of symbool) op staat.

Overige visuele aspecten

Zelfs de veldmarkeringen en apparatuur kunnen een rol spelen. De oranje “pylons” (paaltjes) die de hoeken van de endzone markeren en de feloranje chain crew markeringen voor een first down zijn bedoeld om op te vallen. Toch kan fel oranje op groen gras voor sommige rood-groen kleurenblinden minder fel overkomen, of verward worden met geel. Multisportvelden (met lijnen in verschillende kleuren voor verschillende sporten) vormen ook een potentieel probleem: lijnen in rood of andere kleuren kunnen wegvallen tegen het gras of turf. Hoewel een American Football-veld meestal witte lijnen gebruikt, kan het voorkomen dat trainingsvelden extra markeringen in kleur hebben. Kortom, een kleurenblinde speler moet vaak extra opletten bij visuele signalen die voor anderen vanzelfsprekend zijn.

Aanbevelingen voor coaches

Gelukkig zijn er allerlei maatregelen die een coach kan nemen om kleurenblinde spelers te ondersteunen. Het draait om bewustzijn, aanpassing van materialen/communicatie, en open communicatie met de speler. Hieronder verdelen we de aanbevelingen in twee contexten: training en wedstrijdsituaties.

Training en voorbereiding

  • Vermijd problematische kleurcombinaties in teamindeling: Gebruik hesjes of trainingsshirts in kleuren die voldoende contrast bieden. Voorkom klassiekers als rood vs. groen, blauw vs. paars of geel vs. oranje bij het verdelen van teams. Kies liever combinaties als donker vs. licht (bijv. zwart vs. wit) of bijvoorbeeld blauw vs. geel, die voor de meeste kleurenblinden goed te onderscheiden zijn.
  • Kies zichtbaar trainingsmateriaal: Veel oefenmateriaal (pionnen, kegels, ballen) komt in allerlei kleuren. Wees hier kritisch op. Rode of oranje pionnen op een groen grasveld zijn voor de meeste kleurenblinden erg lastig te zien. Gele of witte kegels geven veel beter contrast tegen gras. Gebruik bij voorkeur ook een bal met een duidelijke contrastkleur ten opzichte van het veld. (In voetbal is bijvoorbeeld gebleken dat witte of gele ballen het makkelijkst zichtbaar zijn. In American Football is de bal standaard bruin; overweeg in trainingen eventueel een afwijkende kleur of een bal met extra markeringen als zichtbaarheid een probleem blijkt.)
  • Pas tactiekbesprekingen aan: Wanneer je playbooks, schema’s of whiteboard-tekeningen gebruikt, zorg dan dat informatie niet uitsluitend door kleur wordt overgebracht. Gebruik verschillende symbolen of vormen om teams/routes aan te duiden (bv. cirkels voor het ene team, driehoeken voor het andere), naast of in plaats van kleuren. Schrijf belangrijke aanwijzingen er desnoods bij in tekst. Vermijd ook taalgebruik dat alleen op kleur leunt – zeg liever “ga naar de linker kegel” of “ga naar kegel nummer 3” in plaats van “ga naar de rode kegel”. Je kunt kegels nummeren of markeren met een symbool, zodat iedereen dezelfde referentie heeft onafhankelijk van kleurenzicht.
  • Creëer een open communicatieklimaat: Moedig de speler aan om aan te geven wanneer hij iets niet goed ziet. Laat blijken dat kleurenblindheid geen taboe is. Gezien het voorkomen (8% van de mannen) is het iets gewoons in sport – zelfs topsporters als NFL-running back Christian McCaffrey presteren op hoog niveau ondanks kleurenblindheid. Bespreek samen welke aanpassingen helpen. Misschien merkt de speler bijvoorbeeld dat hij bepaalde oefenvormen verwarrend vindt door de kleuren; dit is waardevolle feedback om trainingen inclusiever te maken.
  • Overweeg hulpmiddelen: Voor sommige spelers kunnen speciale hulpmiddelen nuttig zijn. Er bestaan bijvoorbeeld brillen met gekleurde lenzen die voor bepaalde typen rood-groenkleurenblindheid contrastverbetering geven. Niet iedereen heeft hier baat bij, maar in training zou een speler dit kunnen uitproberen. Als het helpt en het is toegestaan door de competitie, zou de speler eventueel gekleurde contactlenzen of een getint vizier in de helm kunnen gebruiken om contrast te verbeteren. Let wel op dat dit per persoon verschilt en niet als oplossing moet worden gezien, maar als mogelijke ondersteuning.

Tijdens wedstrijden

In competitiewedstrijden liggen de verhoudingen anders: je hebt te maken met vaste teamkleuren, scheidsrechters en omstandigheden waarop je minder invloed hebt. Toch zijn er ook hier strategieën voor coaches:

  • Uniformkeuze en uitrusting: Als coach kun je bij uitwedstrijden vaak kiezen tussen een thuis- of uittenue. Houd rekening met de kleurenblinde speler bij deze keuze. Bijvoorbeeld, als jullie eigen tenue groen is en de tegenstander speelt in rood, overweeg dan om uit te wijken naar een alternatief tenue (zoals geheel wit) om het contrast voor iedereen duidelijk te maken. In het verleden zijn drastische aanpassingen gedaan om kleurenblinde spelers te helpen: de NFL’s Buffalo Bills veranderden in 1984 zelfs hun helm van wit naar rood specifiek omdat hun quarterback Joe Ferguson kleurenblind was. Door de rode helmen kon Ferguson zijn medespelers beter onderscheiden in een competitie waar destijds veel tegenstanders witte helmen droegen. Deze anekdote toont hoe belangrijk een doordachte kleurkeuze kan zijn. Hoewel niet elke coach de uitrusting volledig kan veranderen, kun je wel zorgen voor extra onderscheidende details. Denk aan verschillend kleurige polsbanden, handschoenen of tape voor groepen spelers (bijvoorbeeld laat de offense witte armbanden dragen als jullie in een uniform spelen dat voor de quarterback moeilijk onderscheidt van de tegenstander). Zulke kleine verschillen kunnen een kleurenblinde speler houvast geven in de hectiek.
  • Gebruik van signalen en communicatie: Overleg met het team hoe visuele signalsystemen toegankelijk gehouden kunnen worden. Als jullie gebruikmaken van borden met kleuren of gekleurde handgebaren om plays door te geven, zorg dan voor een dubbele codering. Bijvoorbeeld: combineer kleur met positie (hou het bord niet alleen omhoog, maar wijs links/rechts, of gebruik iconen naast kleuren). Of spreek codewoorden af die via de quarterback of aanvoerder worden geroepen als back-up van visuele signalen. Verbale communicatie is sowieso essentieel: kondig duidelijk aan welke eenheid het veld op moet (zeg niet alleen “kickoff team” met een bepaald kleurcode op een bord, maar roep desnoods extra “special team, go!” zodat iedereen het hoort). Bij vervanging van spelers kan een coach bijvoorbeeld naast het opsteken van een bepaald gekleurd bord ook de rugnummers afroepen van wie erin moet – zo wordt miscommunicatie voorkomen. En zoals eerder genoemd: leer het team aan om bij een penalty meteen te roepen of te seinen, zodat niemand, kleurenblind of niet, onwetend doorgaat met een play.
  • Afstemming met officials en staf: Hoewel de scheids niet van tenue kan wisselen (in American Football dragen officials meestal een zwart-wit gestreept shirt, wat gelukkig goed contrasteert), kun je als coach vooraf melden dat je een kleurenblinde speler hebt. Dit vergroot het begrip – bijvoorbeeld bij eventuele verwarring of een rare reactie van de speler (stel dat hij een fluitsignaal mist en doorspeelt omdat hij de gele vlag niet zag, dan is het nuttig dat men weet waar dat vandaan kan komen). In sommige gevallen kan de wedstrijdleiding kleine tegemoetkomingen doen, zoals extra mondeling de beslissing bevestigen richting die speler. Dit is uiteraard afhankelijk van het niveau en de flexibiliteit van de officials, maar openheid kan geen kwaad.

Praktische tips

Tot slot volgt hier een beknopte lijst met praktische tips die coaches meteen kunnen toepassen om hun training en coaching kleurenblind-vriendelijker te maken:

Gebruik contrasterende kleuren

Kies tenues, hesjes en oefenmarkeringen in kleuren die maximaal contrast geven (bijv. wit vs. zwart, felgeel vs. blauw). Vermijd beruchte clashes als rood-groen, blauw-paars of geel-oranje in één oefening of wedstrijd.

Pas trainingsmateriaal aan

Vermijd rode of groene pionnen op een groen veld; gebruik liever wit, geel of blauw voor markeringen. Zorg dat ballen en andere attributen een kleur hebben die opvalt (een witte of gele bal is beter zichtbaar tegen gras dan een rode/oranje bal).

Versterk visuele info met symbolen/tekst

Koppel geen instructies alleen aan een kleur. Zet symbolen, nummers of letters op gekleurde kaarten, kegels en schema’st. Zo begrijpt iedereen wat bedoeld wordt – ook degene die de kleur zelf niet onderscheidt.

Gebruik verbale signalen

Bouw altijd een verbale component in bij communicatie. Roep bijvoorbeeld de naam van de play of een codewoord naast het tonen van een kleurkaart. Laat spelers mondeling bevestigen als ze een bepaalde (kleur)opdracht hebben begrepen (“ja, ik dek X”), zodat je merkt of er verwarring is. Tijdens drills, geef richting aan met termen als “links” of “rechtdoor” in plaats van alleen “naar het groene kegelvak”.

Betrek de speler en teamgenoten

Ga in gesprek met de kleurenblinde speler over welke situaties lastig zijn. Maak het team bewust dat dit speelt, zonder er een groot probleem van te maken. Teamgenoten kunnen eenvoudige hulp bieden, zoals een seintje of schreeuw (“vlag!”) geven wanneer er iets gebeurt dat de speler mogelijk mist. Zo creëer je een omgeving waarin iedereen elkaar helpt.

Test en leer

Overweeg om alle spelers eens een eenvoudige kleurenzientest te laten doen (er zijn gratis online tests). Niet om iemand eruit te pikken, maar om bewustzijn te vergroten. Voor de groep kan het leuk en leerzaam zijn – bijvoorbeeld laat hen eens met een kleurenblindheids-simulator zien hoe het veld eruitziet voor iemand met protanopie. Dit kan begrip kweken én iedereen aansporen om communicatie meerduidig te maken (kleur + woord + symbool)

Wees flexibel en creatief

Elke kleurenblinde persoon heeft een iets ander waarnemingsvermogen. Wat voor de één werkt, is voor de ander misschien niet nodig of onvoldoende. Houd dus een flexibele houding als coach. Als iets niet blijkt te werken (bv. bepaalde kleurcombinaties blijven lastig), zoek dan samen naar een oplossing. Dit kan betekenen: andere materialen bestellen, de playbook-presentatie omgooien, of zelfs bij het teammanagement aandringen op een aangepast uit-tenue. De kern is dat de prestatie en beleving van de speler voorop staan, en door relatief kleine aanpassingen kan hij of zij vaak op volle sterkte meedoen zonder hinder.

Kleurenblindheid hoeft geen belemmering te zijn voor succes in American Football. Met begrip, doordachte aanpak en samenwerking kan een coach ervoor zorgen dat elke speler – kleurenblind of niet – zich volledig kan concentreren op het spel en het team kan helpen winnen. Iedere speler verdient een gelijke kans op het veld, en kleurenbewuste coaching draagt daaraan bij.

Scroll naar boven