
Termenlijst
Het AFCP gaat ervanuit dat de lezers een basiskennis hebben van alle termen binnen het American Football. Voor de beginnende coaches kunnen alle termen overweldigend zijn en kan een lijst met veelvoorkomende termen helpen. Hieronder staat een lijst met termen en hun betekenis.
Scores
- Touchdown (TD): Het scoren van 6 punten door de bal in de endzone van de tegenstander te brengen, hetzij door te rennen of te vangen. Op de grond drukken van de bal is niet nodig.
- Field goal (FG): Een score van 3 punten door de bal tussen de doelpalen en over de dwarslat te schoppen.
- Point after touchdown (PAT): Een bonuspunt dat een team kan scoren na een touchdown door de bal door de doelpalen te schoppen.
- Two-point conversion: Een alternatief op de PAT, waarbij het team na een touchdown 2 punten probeert te scoren door de bal opnieuw in de endzone te brengen.
- Safety: Een score van 2 punten toegekend aan de verdediging wanneer de aanvallende speler met de bal wordt getackeld in hun eigen endzone.
Posities
- Quarterback (QB): De speler die de aanval leidt en meestal de bal werpt of overhandigt.
- Running back (RB): Een speler die de bal meestal ontvangt van de quarterback om te rennen.
- Wide receiver (WR): Een speler die zich specialiseert in het vangen van passes.
- Tight end (TE): Een veelzijdige speler die zowel kan blokken als passen vangen.
- Offensive lineman (OL): Spelers die de quarterback en running back beschermen en helpen bij het creëren van ruimte.
- Defensive lineman (DL): Verdedigende spelers die proberen de quarterback of running back te stoppen.
- Linebacker (LB): Verdedigers die zowel de run als de pass kunnen verdedigen.
- Cornerback (CB): Een speler die verantwoordelijk is voor het verdedigen van de wide receivers.
- Safety (S): Verdedigende spelers die achterin het veld opereren om diepe passes te onderscheppen of te voorkomen.
Spelacties
- Handoff: Het overhandigen van de bal van de quarterback aan een running back.
- Pass: Het gooien van de bal door de quarterback naar een andere speler.
- Snap: Het overgeven van de bal van de center naar de quarterback om het spel te starten.
- Tackle: Een actie waarbij een verdediger de aanvallende speler met de bal naar de grond brengt.
- Interception: Wanneer een verdediger een pass van de quarterback vangt. De verdediger mag gelijk beginnen met het teruglopen van de bal.
- Fumble: Het verliezen van de controle over de bal door de baldrager.
- Sack: Wanneer de quarterback wordt getackeld achter de scrimmagelijn terwijl hij de bal nog vasthoudt.
Spelverloop
- First down: Het verdienen van een nieuwe set van vier pogingen door minimaal 10 yards te winnen.
- Scrimmagelijn: De denkbeeldige lijn waar het spel begint, gemarkeerd door de positie van de bal.
- Blitz: Een tactiek waarbij verdedigers extra druk uitoefenen op de quarterback.
- Punt: Het wegschoppen van de bal naar de tegenstander als een team geen 10 yards heeft behaald na drie pogingen.
- Huddle: Een korte bijeenkomst van het team om de aankomende tactiek te bespreken.
- Penalty: Een overtreding van de regels, wat resulteert in een straf zoals het verliezen van yards.
Strategieën
- Play-action pass: Een strategie waarbij de quarterback doet alsof hij de bal aan een running back overhandigt (een “fake handoff”) om de verdediging te misleiden en vervolgens een pass gooit.
- Zone coverage: Een verdedigende strategie waarbij elke verdediger een specifiek gebied van het veld bewaakt in plaats van een specifieke speler.
- Man-to-man coverage: Een verdedigende strategie waarbij elke verdediger verantwoordelijk is voor het bewaken van één specifieke aanvallende speler.
- Option play: Een spel waarbij de quarterback tijdens de play beslist of hij zelf rent, de bal overhandigt aan een running back, of een pass gooit.
- Screen pass: Een korte pass naar een running back of receiver, meestal met blokkers voor zich om de verdediging te ontwijken.
- No-huddle offense: Een aanvalstactiek waarbij het team geen huddle houdt om het tempo hoog te houden en de verdediging te vermoeien.
- Shotgun formation: Een opstelling waarbij de quarterback verder achter de scrimmagelijn staat om meer tijd te hebben voor het gooien van een pass.
- Wildcat formation: Een formatie waarbij een running back of receiver direct de snap ontvangt in plaats van de quarterback.
- Audible: Een aanpassing van de geplande actie door de quarterback (voor offense) of linebacker (voor defense) vlak voor de snap, vaak op basis van de opstelling van de tegenstander.
Overtredingen
- False start: Een overtreding waarbij een aanvallende speler te vroeg beweegt voordat de bal wordt gesnapt.
- Offside: Een overtreding waarbij een speler de scrimmagelijn overschrijdt voordat de bal wordt gesnapt.
- Holding: Een overtreding waarbij een speler een tegenstander vasthoudt op een manier die niet is toegestaan.
- Pass interference: Een overtreding waarbij een speler de tegenstander onreglementair hindert tijdens een poging om een pass te vangen. Dit kan zowel door de aanval als verdediging worden begaan.
- Encroachment: Wanneer een verdediger fysiek contact maakt met een aanvallende speler voordat de bal wordt gesnapt.
- Delay of game: Een straf die wordt gegeven als het aanvallende team te lang wacht met het starten van de volgende play.
- Intentional grounding: Wanneer de quarterback opzettelijk een pass gooit naar een plek zonder ontvangers om een sack te vermijden, zonder buiten de “pocket” te zijn.
- Roughing the passer/kicker: Een overtreding waarbij een verdediger de quarterback of kicker onnodig hard of te laat raakt.
- Clipping: Een illegale blok van achteren op een verdediger, meestal onder de taille.
Spelomstandigheden
- Red zone: Het gebied tussen de 20-yardlijn en de eindzone, waar het scoren vaak waarschijnlijker wordt.
- Two-minute warning: Een officiële pauze van twee minuten aan het einde van de tweede en vierde kwart, bedoeld om het spel spannend te maken en teams een kans te geven hun strategie te herzien.
- Hail Mary: Een pass die meestal wordt gegooid aan het einde van de helft of wedstrijd, met de hoop dat een aanvaller hem vangt in de eindzone.
- Onside kick: Een korte kickoff die het team probeert te heroveren in plaats van de bal weg te geven aan de tegenstander.
- Fair catch: Een regel waarbij de ontvanger van een punt of kickoff aangeeft dat hij de bal vangt zonder te worden getackeld.