Sporten tijdens menstruatie

Stel je voor: een van je speelsters, doorgaans een uitblinker op het veld, oogt ineens vermoeid en raakt sneller gefrustreerd tijdens de training. Waar je als coach misschien eerst zou denken aan een slechte nacht of motivatieprobleem, kan er iets heel anders spelen: haar menstruatiecyclus. Lange tijd werd in de sportwereld nauwelijks rekening gehouden met hormoonschommelingen bij vrouwelijke atleten. Vooral in fysieke sporten zoals American Football – een sport die draait om kracht en snelheid – is het echter cruciaal om te beseffen dat maandelijkse hormonale veranderingen van invloed kúnnen zijn op energie, humeur, prestaties en zelfs blessuregevoeligheid. Dit onderwerp was lang taboe, maar inmiddels erkennen steeds meer topcoaches en wetenschappers dat begrip van de vrouwelijke cyclus een geheim wapen kan zijn om het maximale uit spelers te halen.

In dit artikel duiken we in de vier hoofdfasen van de menstruatiecyclus – de menstruatiefase, de folliculaire fase, de ovulatiefase en de luteale fase – en hoe elke periode het lichaam en de prestaties van speelsters anders beïnvloedt. We bekijken per fase welke praktische gevolgen dit kan hebben op training en wedstrijd, en hoe je hier als coach empathisch én effectief op kunt inspelen. Het doel is een vloeiend verhaal dat je als coach zonder medische achtergrond makkelijk kunt volgen, boordevol herkenbare situaties en tips. Uiteindelijk zul je zien dat aandacht voor ‘de cyclus’ niet zweverig of overdreven is, maar juist een praktische gids vormt om je vrouwelijke spelers gezond, gemotiveerd en in topvorm te houden gedurende de hele maand.

Menstruatiefase (dag 1-5)

De cyclus begint bij dag één van de menstruatie – de bloeding zelf. Dit is voor veel vrouwen de meest ongemakkelijke fase, die meestal 3 tot 7 dagen duurt. In de menstruatiefase zijn de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron op hun laagste niveau. Die hormonale dip kan leiden tot vermoeidheid, een laag energieniveau en een wisselend humeur. Veel speelsters ervaren tijdens deze dagen lichamelijke klachten: van krampen in de onderbuik en lage rug tot hoofdpijn en opgeblazen gevoel. Niet vreemd dus dat een training op dag twee van een heftige menstruatie anders kan uitpakken dan op een normale dag. Uit onderzoek blijkt dat 36,9% van de sporters last heeft van pijnlijke menstruaties, waarbij sommigen zelfs pijnstillers nodig hebben. Ongeveer 21% van de vrouwen geeft aan dat hun sportprestaties tijdens de menstruatie achteruitgaan, hoewel een meerderheid van ~62% zegt weinig verschil te merken. Er zijn zelfs enkelen (ongeveer 2–3%) die zich juist beter voelen en denken dat ze scherper presteren tijdens hun menstruatie. Deze ervaring is dus heel individueel – maar als coach is het belangrijk te weten dat een aanzienlijk deel van je team op dit moment met ongemakken kampt.

Voor de meeste speelsters geldt dat ze zich in hun menstruatieperiode minder fit voelen dan normaal. De lage hormoonspiegels en het bloedverlies kunnen zorgen voor een gevoel van uitputting. Bovendien kan zwaar bloedverlies leiden tot ijzertekort, wat de zuurstoftransport in het bloed vermindert. Minder zuurstof naar de spieren betekent sneller vermoeid raken en een slechter uithoudingsvermogen. Je kunt je voorstellen dat een intensieve sprinttraining of zware krachtcircuit extra zwaar valt op een dag dat je lichaam al verzwakt is door bloedarmoede. Het is daarom verstandig om gedurende en vlak na een zware menstruatie aandacht te besteden aan ijzerrijke voeding (zoals vlees, groene bladgroenten of ijzersupplementen in overleg met een arts). Zo help je je speelsters hun voorraden aan te vullen en voorkom je dat ze langdurig met een tekort rondlopen.

Empathie en communicatie zijn in deze fase key. Creëer een omgeving waarin speelsters zich veilig voelen om aan te geven dat ze ongesteld zijn en zich misschien niet 100% voelen. Dit betekent niet dat je als coach je hele trainingsprogramma moet omgooien elke maand. Wel kun je kleine aanpassingen doen: denk aan een extra warming-up om stijve spieren (vanwege kramp) los te maken, of bied desnoods de optie van een iets lichtere trainingsintensiteit als een speelster duidelijk veel pijn heeft. Sommige vrouwen voelen zich beter zodra ze in beweging komen – sporten kan de doorbloeding bevorderen en kramp verminderen – maar forceer het niet. Laat desnoods een speelster individueel aan haar herstel werken of oefeningen op lagere intensiteit doen, zonder haar af te rekenen op verminderde prestaties op die dagen.

Praktijksituatie: een voorbeeld is een speelster op de O-line die normaal vol inzet gaat, maar nu stilletjes aan de kant haar helm afzet vanwege duizeligheid. Door begripvol te reageren – even te vragen hoe het gaat, haar wat water en rust te geven – voorkom je niet alleen dat ze zich schaamt, maar ook dat ze misschien flauwvalt op het veld. Zo’n gebaar van begrip kan het vertrouwen tussen coach en speler enorm versterken.

Een ander praktisch punt: zorg dat de praktische voorzieningen op orde zijn. Niets zo vervelend als een doorgelekte sportlegging tijdens squats of een lange teamreis zonder toegang tot sanitaire voorzieningen. Houd als coach (of laat een teammanager) altijd wat maandverband en tampons in de teamtas of EHBO-kit paraat hebben voor noodgevallen. Dat geeft speelsters gemoedsrust. Communiceer dit eventueel discreet (“in deze tas liggen benodigdheden als iemand iets nodig heeft”). Het zijn ogenschijnlijk kleine dingen, maar ze maken een groot verschil in comfort. Door als mannelijke coach te laten zien dat je dit onderwerp serieus neemt – bijvoorbeeld door niet geschokt te reageren op termen als “ongesteldheid” en praktische steun te bieden – voelt een speelster zich gesteund. Zodra de bloeding voorbij is en het lichaam hormonale balans hervindt, merken de meeste vrouwen al snel dat hun energie terugkomt. Op naar de volgende fase, waarin die energie vaak tot grote hoogte stijgt.

Folliculaire fase (dag 6-14)

Na de menstruatie breekt de folliculaire fase aan, grofweg van dag 6 tot dag 14 van de cyclus. Deze fase dankt zijn naam aan de follikels (beginnende ei-cellen) in de eierstokken die nu rijpen. Hormonale gezien betekent het: oestrogeen gaat in de lift, terwijl progesteron laag blijft. Het lichaam maakt zich op voor een mogelijke eisprong. Veel vrouwelijke atleten ervaren dit als een verademing vergeleken met de dagen ervoor. Zowel uit wetenschappelijk onderzoek als uit persoonlijke ervaringen blijkt dat dit vaak de periode is waarin vrouwen zich het fitst, sterkst en meest energiek voelen. In een enquête onder voetbalsters gaf 71% van de vrouwen aan zich tijdens de eerste twee weken na de menstruatie op hun best te voelen – dat is precies deze folliculaire fase. Geen wonder: een hoger oestrogeenniveau heeft allerlei gunstige effecten op het lichaam. Oestrogeen werkt licht anabool (bevordert spieropbouw) en verbetert de opslag van spierglycogeen, de koolhydraatvoorraad in je spieren. Ook lijkt het lichaam in deze fase iets efficiënter vet te verbranden als brandstof, wat inhoudt dat er relatief veel energie beschikbaar is voor inspanning. Dit alles vertaalt zich vaak in betere kracht- en uithoudingsvermogensprestaties. Atletes hebben in deze periode bijvoorbeeld net wat meer drive om dat extra setje in de sportschool eruit te persen of die sprintoefening vol overgave te doen.

Voor jou als coach is de folliculaire fase hét moment om de intensiteit wat op te schroeven. Omdat speelsters zich nu vaak frisser en sterker voelen, kun je zwaardere krachttraining, intensieve intervaltraining of tactisch complexe oefeningen plannen in deze window. Dit is bijvoorbeeld een goed moment voor een pittige scrimmage of om te testen hoe ver je team conditioneel staat.

Praktijkvoorbeeld: stel, je hebt een belangrijke krachtmeting over twee maanden. Je kunt de zwaarste trainingsweken (waar mogelijk) zo timen dat ze in de mid-folliculaire fase vallen voor de meeste speelsters. Een linebacker die net haar menstruatie achter de rug heeft, zou nu bijvoorbeeld prima haar persoonlijke record kunnen verbeteren bij het squatten of in sprintoefeningen. Als coach zou je kunnen opmerken: “Ze gaat als een raket deze week!” – zonder direct te beseffen dat haar hormonale status er stiekem achter zit.

Let op, elke sporter is anders en niet elke vrouw heeft een klokvaste cyclus van 28 dagen. Toch kun je, mits je een goed contact hebt met je team, in grote lijnen te weten komen wanneer je speelsters in deze sterke fase zitten. Sommige topteams werken zelfs met cycle tracking-apps om bij te houden wie in welke fase zit en passen trainingsschema’s daarop aan. Zó ver hoef je in een amateur- of jeugdteam misschien niet te gaan, maar bewustzijn is al de eerste winst. Belangrijk is wel: ga er niet blind van uit dat nu ineens alles kan en mag. Ondanks meer energie blijft de basisregel staan dat overbelasting altijd op de loer ligt. Blijf dus kijken naar de individuele belastbaarheid. Oestrogeen mag dan gunstig zijn, het is geen magisch schild tegen blessures of vermoeidheid. Een goede nachtrust en gebalanceerde voeding blijven essentieel, ook nu de motor lekker loopt. Sterker nog, deze fase leent zich uitstekend om extra trainingsprikkels te geven, maar ook om aandacht te besteden aan techniek (spelers leren nu vaak sneller nieuwe oefeningen of tactieken, mede dankzij een heldere kop en minder menstruatie-achtige klachten). Bereid je wel vast voor op wat komen gaat: na deze piek in kracht en energie volgt rondom de eisprong een kort, interessant moment waarop het lichaam een nieuwe wending neemt.

Ovulatiefase (dag 13-15)

Midden in de cyclus, meestal rond dag 14 (maar dit kan per persoon variëren), vindt de ovulatie plaats – de eisprong. Dit is een relatief korte fase van één tot drie dagen waarin een rijpe eicel vrijkomt. Hormonale rollercoaster: oestrogeen bereikt vlak vóór de eisprong zijn piek en ook testosteron (een hormoon dat vrouwen in kleine hoeveelheden hebben) piekt rond de ovulatiedag. Veel speelsters voelen zich op en top in deze dagen: het lichaam is evolutionair gezien op zijn vruchtbaarst en dat gaat bij sommigen gepaard met een geweldig gevoel van kracht, snelheid en zelfvertrouwen. Je zou het bijna een superwoman-moment kunnen noemen. Een coach merkte ooit op dat zijn speelster “vandaag wel heel scherp en explosief oogt” – niet wetende dat ze exact op haar ovulatiedag zat en zich mentaal en fysiek ijzersterk voelde. Inderdaad kan die combinatie van hoge oestrogeen- én testosteronspiegels een positief effect hebben op explosieve kracht en snelheid. Dit zou een ideaal moment kunnen zijn voor korte, felle oefeningen: denk aan sprinttests, wendbaarheidsoefeningen of een wedstrijdvorm waarin je snelle reactiviteit verwacht. De speelsters die goed reageren op deze fase zullen wellicht uitblinken: snelle 40-yard dashes, scherpe richtingsveranderingen en krachtige tackles alsof ze vleugels hebben.

Toch is het oppassen geblazen, want elk voordeel heeft zijn keerzijde. Ten eerste: niet elke vrouw merkt bewust iets van haar ovulatie. Sommigen voelen een kort steekje of krampje in de onderbuik (mittelschmerz), anderen helemaal niets. Een deel kan zelfs een kleine dip ervaren direct na de ovulatie doordat de hormonen snel wisselen – het lichaam gaat immers van een oestrogeenpiek naar een plotselinge daling, wat een tijdelijk wat “blegh”-gevoel kan geven. Als coach zie je dit misschien als onverklaarbare wisselvalligheid: gisteren was ze nog in topvorm, vandaag oogt ze moe. Dat hoort er soms bij.

Belangrijker nog is een verhoogd blessurerisico rond de ovulatie. Uit sommige studies blijkt dat er juist in de dagen rond de eisprong meer knieblessures optreden, met name gescheurde voorste kruisbanden (VKB / ACL). Hoe kan dat? Men vermoedt dat het piekende oestrogeen de ligamenten iets soepeler maakt, waardoor gewrichten minder stabiel zijn. Combineer dat met een atlete die zich supersterk voelt en misschien nét iets overmoediger vol in een beweging duikt, en je hebt een recept voor mogelijke problemen.

Voorbeeld: een receiver die tijdens de training bij hoge sprongen en scherpe landingen plots door haar knie gaat, precies halverwege haar cyclus – geen toevalligheid, volgens sommige sportartsen. Hoewel de wetenschap hier (nog) niet 100% eenduidig over is, kan het geen kwaad om rond deze fase extra alert te zijn op techniek en voorzichtigheid. Laat je speelsters goed warmdraaien en benadruk gecontroleerde bewegingen tijdens bijvoorbeeld agility drills. Het laatste wat je wilt is dat een sterspeler uitvalt doordat ze tijdens haar hormonale piek net wat té gretig een onnodig risico nam.

Voor de duidelijkheid: dit betekent niet dat je tijdens ovulatiedagen je spelers moet inpakken met bubbeltjesplastic en alle intensieve training moet verbieden. Het betekent wél dat je de balans moet vinden tussen benutten van die topprestatie-mogelijkheden en het bewaken van de gezondheid. Het kan slim zijn om nu vooral op kwaliteit boven kwantiteit te trainen. Bijvoorbeeld kortere, scherpe sessies waarin de focus ligt op snelheid en explosiviteit, maar zonder urenlange slijtageslag. De ovulatiefase is kort en gaat snel over in de volgende, langere fase: de luteale fase, waar weer heel andere spelregels gelden.

Luteale fase (dag 15-28)

Na de eisprong begint de luteale fase, die doorgaans zo’n 12 tot 14 dagen duurt – grofweg van dag 15 tot aan de start van de volgende menstruatie. In deze fase neemt het hormoon progesteron sterk toe en blijft het, samen met een matig verhoogd oestrogeen, een tijdje hoog voordat beide niveaus tegen het einde weer kelderen. Progesteron bereidt het lichaam voor op een mogelijke zwangerschap, maar heeft bij sportsters een aantal merkbare effecten: het werkt bijvoorbeeld licht katabool (afbrekend voor spierweefsel) en beïnvloedt de vochtbalans en lichaamstemperatuur. Veel vrouwen herkennen de luteale fase als de periode van PMS (premenstrueel syndroom), met symptomen als stemmingswisselingen, prikkelbaarheid, vermoeidheid, een opgeblazen gevoel, toegenomen eetlust en gevoelige borsten. Op het veld of in de gym kan dit zich vertalen in wat mindere prestaties: die barbell voelt plots zwaarder, de sprintjes gaan net iets moeizamer en de motivatie lijkt weg te sijpelen. Een onderzoek bij topatletes liet bijvoorbeeld zien dat rond de mid-luteale fase (rond dag 19 van de cyclus) de VO2max – een maat voor uithoudingsvermogen – significant lager was dan eerder in de cyclus. Ook duurt duurinspanning in deze fase soms als zwaarder, mede omdat de lichaamstemperatuur ~0,5°C hoger ligt dan normaal. Vooral bij sporten of trainingen in warm weer kan zo’n verhoogde temperatuur ervoor zorgen dat een speelster sneller oververhit raakt of vermoeid aanvoelt. Geen wonder dat veel sporters aangeven dat ze zich in de dagen voor hun menstruatie op hun allerbelabberdst voelen. Dit is het moment waar mentale veerkracht en een goed begeleidingsplan cruciaal zijn.

Als coach kun je in de luteale fase het beste iets meer de voet van het gaspedaal halen, althans voor die speelsters die er duidelijk last van hebben. In plaats van het accent op persoonlijke records en maximale inspanning, kun je nu focussen op onderhoud en herstel. Denk aan training in een iets lager tempo, meer aandacht voor techniek, coördinatie en flexibiliteit. Het is niet erg als je team in deze week wat meer herstelt; sterker nog, het past goed bij het cyclische karakter van training (je kunt niet elk week maximaal gaan). Dit betekent niet dat je de groep vrij geeft, maar je zou bijvoorbeeld meer tactische besprekingen kunnen doen, lichte conditionele drills of regeneratieve oefeningen zoals yoga/stretching ter bevordering van herstel. Zo profiteer je er later van als iedereen in de volgende fases weer vol gas kan geven.

Let in de late luteale fase ook extra op hydratatie en voeding. Door de hogere hormoonlevels in deze periode zweten speelsters meer en lopen ze een verhoogd risico op uitdroging, vooral bij warm weer of intensieve trainingen. Zorg dat ze voldoende drinken en elektrolyten binnenkrijgen. Een gouden tip is om in de week voor de menstruatie de vochtinname iets op te schroeven en tijdens trainingen vaker korte drinkpauzes in te lassen, ook als het geen hoogzomer is. Voedingstechnisch kan het helpen om nu net wat meer eiwitten te nemen, omdat progesteron een afbrekend effect op spiereiwitten heeft. Extra eiwitinname kan spierafbraak tegengaan en spierherstel bevorderen – iets wat zeker nuttig is als je merkt dat speelsters in deze fase vaker spierpijn of vermoeidheid rapporteren. Overweeg ook of supplementen zinvol zijn: sommige vrouwen hebben baat bij magnesium of vitamine B6 om PMS-symptomen te verlichten, al is dit per persoon verschillend.

Een uitdagend aspect van de luteale fase is de mentale gesteldheid van spelers. Waar je in de folliculaire fase misschien te maken had met overmoed, kun je nu juist wat onzekerheid of neerslachtigheid zien. Een speelster die normaliter zelfverzekerd is, kan een week voor haar menstruatie ineens twijfelen aan haar kunnen of kortaf reageren op teamgenoten. Dit is geen aanstellerij, maar vaak een gevolg van hormonale schommelingen. Als coach komt het erop aan empathisch te zijn en kleine signalen op te pikken. Heeft een atlete behoefte aan een peptalk of juist wat rust? Reageert ze kortaf, probeer het niet persoonlijk op te vatten maar besef dat ze zich gewoon even rot kán voelen zonder duidelijke externe aanleiding.

Praktijksituatie: je merkt dat je quarterback, normaal een energieke leider, de laatste dagen stil en geïrriteerd is. In plaats van haar meteen vermanend toe te spreken dat ze „meer haar best moet doen als captain”, kies je ervoor haar even apart te nemen na de training. Je vraagt oprecht hoe het met haar gaat. Ze biecht op dat ze slecht slaapt en zich emotioneel voelt door PMS. Door simpelweg te luisteren en eventueel haar trainingsbelasting die week iets te verlichten (misschien een extra rustdag of minder reps in de krachthoek), laat je zien dat je haar serieus neemt. De volgende week, als haar menstruatie eenmaal begonnen is en de druk van PMS wegvalt, zal ze je dankbaar zijn – en vermoedelijk weer dichter bij haar normale niveau zitten.

Tot slot is er ook in deze fase aandacht voor blessurepreventie. Hoewel, zoals we zagen, ernstige knieblessures vaker rond de ovulatie voorkomen, zijn er aanwijzingen dat in de tweede helft van de cyclus de algemene spierblessuregevoeligheid wat hoger kan zijn. Vermoeidheid stapelt zich mogelijk op en de coördinatie kan iets minder scherp zijn wanneer iemand zich minder lekker voelt. Ook hier geldt: ken je spelers. Een fitte atlete met nauwelijks PMS hoeft niet per se ontzien te worden – zij kan misschien prima knallen in de luteale fase. Maar een speelster die duidelijk zwaar loopt te hijgen en erdoorheen zit, moet je nu niet nog extra gaan straffen met suicides of boeteloopjes. Differentiatie is key. Daarmee komen we op een belangrijk laatste punt: hoe ga je als coach nu om met ál deze individuele verschillen en informatie?

Slotgedachte

Iedere vrouw is anders, en elke cyclus kan zelfs bij dezelfde vrouw per maand verschillen. De kunst voor een coach is om algemene kennis over de menstruatiecyclus te combineren met persoonlijke afstemming. Zie het als een extra laag in je coaching: net zoals je rekening houdt met iemands fysieke fitheid, blessures of privé-omstandigheden, zo houd je rekening met hormonale invloeden. Het goede nieuws is dat vrouwelijke atleten op élk moment in hun cyclus topprestaties kunnen leveren – er zijn genoeg voorbeelden van sporters die olympische medailles winnen of beslissende wedstrijden spelen terwijl ze ongesteld zijn of PMS hebben. Vrouwen “zijn geen kleine mannen”, om de woorden van een sportarts aan te halen, en hun lichaam verdient een eigen benadering. De cyclus zou je dus niet moeten zien als een hinderlijke ongemak, maar als een gegeven waarmee je kunt werken.

Maak het onderwerp bespreekbaar in je team. Breek het taboe actief: spreek erover in algemene zin tijdens een teambijeenkomst of individueel met spelers die er open voor staan. Als je het zelf lastig vindt, schakel dan een vrouwelijke assistent-coach of fysiotherapeut in om het gesprek te leiden – het belangrijkste is dat je speelsters weten dat ze erover mogen praten en dat het geen grapje of zeurpunt is. Creëer een cultuur waarin je bijvoorbeeld nooit denigrerend doet over “die tijd van de maand”, maar juist laat merken dat je begrijpt dat het invloed kan hebben. Tegelijk moeten vrouwen zich niet gestigmatiseerd voelen: niemand wil als “zwak” worden gezien vanwege haar cyclus. Gebruik de kennis dus vooral in hun voordeel en niet als excuus om iemand buiten de ploeg te laten. Sterker nog, de KNVB adviseert nadrukkelijk om de menstruatie nooit als reden te gebruiken om een speelster niet op te stellen, tenzij ze zélf aangeeft echt niet te kunnen spelen. Vertrouw erop dat atletes doorgaans heel goed weten wat ze wel en niet aankunnen; jouw begrip en vertrouwen geven hen juist de ruimte om eerlijk te zijn.

Praktisch gezien zijn er tal van kleine dingen die een groot verschil maken. Voorzie in goede sportbeha’s en wijs je team op het belang daarvan, zeker als gevoelige borsten rond de PMS hen hinderen. Zorg voor die eerdergenoemde noodvoorzieningen als tampons/maandverband in de sporttas, zodat niemand ooit in paniek op zoek hoeft te gaan als er onverwacht bloed doorbreekt. Moedig je speelsters aan om hun cyclus bij te houden, bijvoorbeeld in een app of agenda, en nodig ze uit om relevante info (zoals “Coach, ik ben waarschijnlijk dit weekend ongesteld”) tijdig met de medische staf of leiding te delen. Sommige professionele teams – denk aan de Engelse voetbalvrouwen – werken met speciale monitoring en passen trainingsschema’s aan per individu. Dat is wellicht een ver-van-je-bed-show, maar je kunt op kleinere schaal hetzelfde doen: weet je dat je running back standaard gevloerd is in de premenstruele week, plan dan die zware duurloop voor haar een weekje eerder of later als dat kan. Of als dit niet kan, heb tenminste een alternatief klaar en bijvoorbeeld een extra wissel achter de hand tijdens wedstrijden.

Het allerbelangrijkste is misschien wel om de cyclus niet te zien als een last, maar als iets natuurlijks en positiefs. Zoals een bekende vrouwenvoetbalcoach het uitdrukte: “We moeten periodes juist zien als een soort geheim wapen dat we kunnen benutten”. Als je begrijpt wanneer je spelers op hun energiekst zijn, kun je dat benutten voor kracht- en snelheidsontwikkeling. Weet je wanneer ze kwetsbaarder zijn, dan kun je blessures en mentale dips helpen voorkomen door tijdig gas terug te nemen. Zo blijf je als coach telkens één stap vooruitdenken en creëer je een omgeving waarin je vrouwelijke atleten zich volledig begrepen en gesteund voelen. Dat betaalt zich terug op het veld: in vertrouwen, teamgeest en uiteindelijk in prestaties. Een team dat open over dit soort zaken kan praten en waar de training slim is afgestemd, zal competitiever en veerkrachtiger zijn.

Conclusie

Door aandacht te hebben voor de menstruatiecyclus en de unieke behoeftes van vrouwelijke sporters, laat je zien dat je een moderne, zorgzame coach bent die écht alles uit zijn spelers wil halen. Je helpt je speelsters hun kracht te benutten wanneer die het grootst is en er verstandiger mee om te gaan wanneer het even wat minder is. Zo wordt de cyclus van een potentiële stoorzender juist een onderdeel van jullie strategie – een weg naar consistentie en succes gedurende alle fasen van de maand. En dat is winst voor iedereen: voor de gezondheid en het welzijn van je speelsters én voor de prestaties van je team. Laat de bal nu maar rollen, elke dag van de maand!

Scroll naar boven