4–1 defense
Een 4-1 defense wordt gespeeld met 2 corners, 2 linebackers en 1 safety.
Door extra spelers voorin te hebben is deze defense sterk tegen de run en korte passes. De safety kan als achtervang dienen voor eventuele fouten die voorin worden gemaakt. Ook is deze defense makkelijk aan te leren aan beginnende teams. Nadeel van deze defense is dat het kwetsbaar is voor diepere passes omdat je maar 1 speler diep hebt.
Deze defense wordt vaak gespeeld in situaties waarin de offense nog maar weinig yards nodig heeft voor een ‘first down’. De dekkingen vanuit een 4-1 zijn vaak man-to-man of een ‘cover 1’ met 1 diepe zone en 4 korte zones.
De 4–1 is ideaal voor teams met atletische, reactieve linebackers en één slimme, stabiele safety die het spel goed leest.


3-2 defense
Een 3-2 wordt gespeeld met 2 corners, 1 linebacker en 2 safety’s.
De spelers voorin worden wat verder uit elkaar opgesteld om zowel druk te kunnen zetten als dekking te geven. Een tweede speler diep maakt het mogelijk om diepe passes beter op te vangen. Hierdoor is de 3-2 een goed gebalanseerde defense die veel variatie van de offense kan opvangen. Nadeel is wel dat de gaten tussen de zones wel groter zijn. Hierdoor wordt het nog belangrijker om goed onderling te communiceren. Ook vraagt het meer van de linebacker omdat hij/zij meer van links naar rechts moet werken op de run.
Deze defense wordt vaak gespeeld in situaties waarin de offense veel opties heeft zoals een 2nd down. De dekkingen vanuit een 3-2 zijn vaak zone met 3 korte zones en 2 diepe zones. Man-to-man is ook goed mogelijk waarbij een van de safety’s vaak de runningback of center oppakt.
De 3–2 vraagt om veelzijdige spelers die flexibel kunnen inspelen op zowel run als pass, met safeties die veel communiceren.
2-3 defense
Een 2-3 wordt gespeeld met 2 corners, 0 linebackers en 3 safety’s.
Een 2-3 biedt een vergelijkbaar balas als een 3-2 met wat meer nadruk op de diepe pass. Teams waarvan bekend is dat ze vaak diep gooien kunnen beter worden ondervangen. Het afstoppen van de diepe pass dwingt de quarterback om vaker kort te gooien. Open field tackling wordt daarmee wel belangrijker.
Deze defense wordt vaak gespeeld in situaties waarin de offense gedwongen is om diep te spelen zoals een 3e en 4e down met nog veel yards te gaan. De dekkingen vanuit een zijn vaak cover 3 met 3 diepe zones en 2 korte zones.
De 2–3 formatie vereist diepgaande kennis van zoneverdediging en snelheid bij de achterste linie, met linebackers die kalm maar doortastend zijn.
Een alternatief op deze defense is de 2-1-2 defense. Hierbij schuift de middelste safety wat op naar voren toe en lijkt de formatie op de 5-ogen op een dobbelsteen. Hiermee creëer je een speler die aggressiever op de run kan spelen, beter in staat is om te blitzen of de middelste zone kan dichthouden voor kruisende patronen zoals een slant.


0-5 defense
Een wordt gespeeld met 0 corners, 0 linebackers en 5 safety’s.
De 0-5 defense heeft eigenlijk maar 1 doel en dat is om een diepe pass te voorkomen. Voorin krijgt de offense redelijk vrij spel en zal zeer waarschijnlijk wel iets van terreinwinst maken. Speel deze defense alleen met goede spelers tegen de pass die ook goed zijn in open field tackling. Het missen van de flag pull kan grote gevolgen hebben.
Deze defense wordt vaak gespeeld in situaties waarin de offense wel diep moet gooien zoals 4e down met veel terrein te gaan of aan het einde van de wedstrijd. De dekkingen vanuit een zijn vaak een cover 5 waarin iedereen een diepe zone speelt of een cover 4 waarbij 1 speler blitzt.
De 0–5 formatie vraagt om een eliteteam qua snelheid, techniek en individuele verantwoordelijkheid. Elke speler moet zich staande houden zonder hulp.
Conclusie
Elke formatie legt andere accenten op fysieke en mentale vaardigheden. Als coach of teamleider is het belangrijk om je spelers goed te kennen: wie is goed in communicatie, wie heeft pure snelheid, wie trekt consequent vlaggen? Op basis daarvan kies je een formatie die past bij je teamsterktes én bij de spelstijl van de tegenstander.